Het Hoogeland kan terug kijken op een rijke geschiedenis.
Het Hoogeland, een stuk grond met een hofstede, gelegen aan het eind van de Maliebaan bij de Biltstraat, was tot 1824 eigendom van de stad Utrecht.
In dat jaar verwierf Willem Eliza Ram de hofstede en landerijen op een openbare veiling voor ƒ 13/340. Ram had toestemming nodig van de Minister van Oorlog om te bouwen op het Hoogeland: het terrein lag binnen de 'verboden kringen' rond Fort de Bilt, dat deel uitmaakte van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
wist je dat het hoogeland zijn naam heeft gekregen door de hogere ligging van de landerijen tussen twee armen van de oude vecht?
Op 16 april 1888 verkochten Jan Karel en Albert Jan Ram het Hoogeland aan de gemeente Utrecht.
Op 25 april 1889 besloot de gemeenteraad het Hoogeland in te richten als Stedelijk Museum. Tot die tijd was de collectie oudheden van de stad in het stadhuis gehuisvest geweest.
Op 20 januari 1961 besloot het Utrechts gemeentebestuur het Centraal Museum te stichten.
Staatsbosbeheer nam het Hoogeland in gebruik als kantoor, maar handhaafde ook de museumfunctie die het pand nu sinds ruim vijfentwintig jaar had. Op 16 november 1916 werd het Museum van der Staatsboschbeheer geopend.
Met het vertrek van Staatsbosbeheer in 1977 brak een onzekere periode aan. Het Hoogeland was volkomen uitgewoond.
In de jaren tachtig wisselden verhuur en leegstand elkaar af. De verkoop door de gemeente aan de projectontwikkelaar Amsterdam City Properties, in 1992, bracht een definitieve bestemming niet dichterbij.